De 5 mooiste idyllische dorpjes in de Chianti wijnstreek

#Gastblog 5: Geschreven door Mijke – Vorige zomer heb ik samen met mijn vriend in Italië gekampeerd. Hier hebben we heerlijk genoten van Toscane, en dan met name de Chianti wijnstreek. In dit blog laat ik jullie onze favoriete dorpjes in de Chianti wijnstreek zien, zodat je precies weet wat je kunt verwachten!

1. Colle Val d’Elsa (Alto)

De oudste wijk van deze stad dateert uit de 13e eeuw. En dat zie je! Het centrum van het oude stadsgedeelte heeft leuke schattige straatjes, hoekjes, oude kerkjes en van die typische bloemrijke deuren en ramen. In het stadje is (net als in Castellina di Chianti) een lage ‘Via del Volte’. Dit is een 110 meter lange gang. Colle Val d’Elsa is bekend door haar kristalglasproductie (zo’n 15% van de wereldproductie), en daar zijn ze trots op! Op het terras waar we hebben geluncht, serveerden ze ons drinken dan ook in prachtige glazen. Colle Val D’Elsa heeft leuke winkeltjes (met name aardewerk, kristal = ‘Cristalleria’, ateliers) en daar heb ik uiteraard geshopt! Het resultaat? Super toffe blauwwitte cappuccino mokken.

2. Certaldo Alto

De foto’s spreken voor zich! Net als Colle Val d’Elsa, bestaat Certaldo uit een nieuw stadsgedeelte en een (hoger gelegen) oud, middeleeuws stadsgedeelte (= ‘alto’). We zijn tweemaal in dit stadje geweest en de meest fantastische manier om deze stad binnen te komen was wel met de e-bike. We hebben de e-bike tour gedaan vanaf Montepulciano. Het klinkt misschien suf, zo’n e-bike, maar het is super vet! (bij ‘tips om Toscane te beleven’, vind je meer over deze e-bike tour). Wanneer je de stad op de fiets binnenkomt, zie je het stadsgedeelte op de heuvel liggen. Vlak voor het stadje is een idyllische glooiende route langs oude boerderijen. In de stad zelf kun je je heerlijk vergapen aan de oude gebouwen en het prachtige uitzicht.

Uiteraard hebben wij ook gegeten in Certaldo Alto. Het restaurant heet L’Antica Fonte. Dit was bij een romantisch restaurant met een rozentuin en met geweldig uitzicht op de heuvelachtige omgeving. Geweldig lekker (huisgemaakt) eten!

3. Castellina in Chianti

Wij zijn Castellina binnen komen rijden via de SR222 (Strada Regionale 222, de Chiantigiana). Deze weg staat bekend als de meest idyllische weg om de Chianti binnen te rijden. Ik vond het persoonlijk wel meevallen, eigenlijk bieden alle regionale wegen in deze regio een prachtige panorama-uitzicht op cipressen, glooiende heuvels van wijnranken en boerderijtjes. In het stadje Castellina is (net als in Colle val d’Elsa) een lage ‘Via del Volte’ te vinden. Dit is een lange middeleeuwse gang. Aan deze gang zitten allerlei winkeltjes en zelfs een restaurant. Het is wel interessant om hier doorheen te lopen. Aan de wand van deze gang staat de geschiedenis van Castellina in Chianti beschreven. We hebben prima gegeten in het stadje, er is volop keuze aan restaurantjes. Wij vonden het leuk om op een terras te gaan zitten waar voor ons gevoel vooral Italianen gingen zitten (en niet op een terras met van die commerciële menukaarten waarop het eten afgebeeld staat). Dit was Il Cantuccio di Vinci. Super goede service, gezellige sfeer en prima eten.

4. Panzano & Greve in Chianti

Greve in Chianti wordt in veel reisboeken omschreven als de mooiste manier om de Chianti binnen te komen. Dit vond ik persoonlijk een beetje ‘overraded’. Er zijn wel mooiere, pittoreske dorpjes die de Chianti eer doen aan haar naam. Greve is een stadje met een groot plein. Wat wij het leukste vonden in Greve, was de bakker. Het was een drukke, geoliede machine. Omdat er geen plek meer was om te zitten, hebben we koffie aan de bar besteld (die overigens erg lekker was!). Met deze speciale barprijzen, heb je al voor 2,20 (dit is dus de totaalprijs hè!) een cappuccino en een espresso. Het is leuk om vanaf hier de Italiaanse chaos in zo’n Pasticceria te ‘observeren’ (dat is een mooi verpakt woord voor ‘lekker op z’n Nederlands mensen kijken’). De bakker had ook een doorkijkluik naar de bakkerij, waar op dat moment de mooiste taarten werden gemaakt. We hebben bij deze bakker ook Cantuccini gehaald. Dit zijn typisch toscaanse koekjes die vaak met amandel worden gemaakt. Wij hebben ze ook met chocolade en andere lekkere dingen geproefd. Ze zijn lekker knapperig doordat ze (net als beschuit) tweemaal worden gebakken. In Greve stikt het van de toeristische shops waar je wijn, ansichtkaarten en servies kunt kopen. Omdat we in Greve best snel waren uitgekeken, zijn we nog doorgereden naar Panzano.

Panzano is een stadje die niet echt opvalt maar daardoor niet minder bijzonder. Het ligt in een prachtige panoramische omgeving, middenin de Chianti aan de SR222. Om in het oude stukje van Panzano te komen, kun je je auto parkeren op een gratis parkeerplaats en vervolgens een stijle weg op wandelen. Zo kom je via de oude stadsmuur van de stad, een kleiner centrum binnen. Hier heb je allerlei restaurants met panorama uitzicht. Aan het plein staat ook een mooie kerk. We hebben hier (ja je raad het al) weer heerlijk gegeten. Het bijzondere vond ik, dat we op een panoramisch terras zaten dat helemaal was overwoekeld door druivenstruiken en andere planten. De druiven hingen gewoon boven ons! Erg bijzonder. Het eten was smullen, we hadden beide lasagne en mijn vriend heeft zelfs nog wild boar nabesteld. Ik heb uiteraard mijn favorite gekozen: het tartufo dessert overgoten met espresso. Het restaurant waar we aten heet Enoteca il Vinaio (vlak voor de kerk rechts op de hoek). Prachtig uitzicht en super service. Ik zou niet aanraden om een hele dag naar Panzano gaan, daar is het te klein voor. Het beste kun je het combineren met een ander stadje in de Chianti.

5. Baberino Val d’Elsa

Baberino voelt voor ons als thuiskomen. We hebben hier vorig jaar anderhalve week op een camping gestaan, dus kennen het centrum op onze duim. Baberino ligt in een prachtige panoramische omgeving met veel wijnproeverijen in de buurt. Het is een heerlijke omgeving om op de camping te staan en wandeltochten te maken. Ook heeft Baberino een oud stadscentrum waar je lekker kunt rondlopen. Het is echter niet echt toeristisch. Doordat je de stad als toerist al snel tijdens de siësta bezoekt, oogt het als een saai stadje. Veel restaurants en barretjes sluiten tussen de middag tot een uur of 3/4. In de bovengenoemde dorpjes was dit niet zo, de restaurantjes spelen in op het toerisme en blijven in de middag open. In Baberino doen ze dit niet. Dit maakt de stad niet minder aantrekkelijk. In de avond kun je hier bijv. heerlijk eten. Ik zou dan als tip willen meegeven om voor etenstijd in het oude stadscentrum rond te lopen, dan is er wat meer ‘ leven in de brouwerij ‘. Ons favoriete restaurant is Il Campanellino: heerlijk eten aan de voet van de kerk met panorama uitzicht op de omgeving van Baberino.

Wat is jouw favoriete plekje in de Chianti wijnstreek?