Reisverslag Umbrië: het groene hart van Italië!

Reisverslag Umbrië: het groene hart van Italië!

Het is inmiddels ruim twee maanden geleden sinds we terug zijn van deze heerlijke vakantie. En hoewel ik heb overwogen om het hele reisverslag achterwege te laten (want, het kost nou eenmaal veel tijd), vond ik het toch mega zonde om alle foto’s zo ongeorganiseerd op m’n harde schijf te laten staan. Daarnaast is het schrijven van zo’n blog de perfecte manier om terug te dromen naar de vakantie én om later nog eens terug te kijken wat we ook alweer allemaal gedaan hadden.

Schrik niet: mede door mijn enthousiasme is het toch een aardige lap tekst geworden. Mocht je niet van lezen houden, geniet dan vooral van de plaatjes: daar heb ik er genoeg van ingeplakt! 😉

Dag 1: Tussenstop in Zirl

Op donderdag 28 juli reden we met een volle auto en goed gevulde koelbox richting onze eerste overnachtingsplek: Zirl in Oostenrijk. We hadden ons lesje wel geleerd tijdens de vorige vakantie (toen reden we op vrijdag en zaterdag naar Italië) en besloten dit keer de drukke dagen te ontwijken. Dat ‘reed’ gelukkig helemaal volgens plan want we hebben zowel donderdag als vrijdag (bijna) geen file gehad!

Rond 5 uur waren we al op plaats van bestemming (Hotel Tyrolis) en na een korte opfrisbeurt zaten we in het restaurant met een schnitzel/mixed grill op ons bord: heer-lijk! Ik had me daarna heel graag willen volproppen met Kaiserschmarrn, maar daar was simpelweg geen ruimte meer voor.

Na het eten trokken we snel de wandelschoenen aan zodat we bij semi-daglicht nog een wandeling konden maken. Zirl ligt ongeveer 10 km van Innsbruck af en is ligt vlak tegen het Karwendelgebergte aan: de perfecte plek om een mooie wandeling te maken dus! Voordetijd had ik al wat routes uitgezocht, echter bleek niet alles zo makkelijk als gedacht en begon de tijd te dringen tot het donker werd. Uiteindelijk hebben we nog ruim 200 hoogtemeters gemaakt en de Kalvarienbergkirche bezocht, vanaf waar we een prachtig uitzicht over Zirl kregen.

Dag 2: Aankomst in Narni

We konden al om half 7 ontbijten, wat ideaal was aangezien we vroeg door wilden rijden richting Italië. Het ontbijt was werkelijk fantastisch: ze hadden zelfs apfelstrudel. 😱 Eenmaal in de auto was het Beyoncé-time: haar nieuwe album Renaissance kwam namelijk die dag uit. Dat Jelmer op deze foto hieronder nog lacht is een wonder, want we hebben ruim 6 uur lang non-stop naar Beyoncé geluisterd. Dat werd de rest van de vakantie onze go-to music en nu kan ik er nog steeds geen genoeg van krijgen.

Ook deze dag ging het rijden super en om 3/4 uur waren we al op ons eerste adresje in Italië: de fijne Agriturismo Regno Verde in Narni, onderin Umbrië vlakbij Terni. Het was echt een supermooie agriturismo: midden op het platteland omgeven door zonnebloemen, velden met hooibalen en maneges. Onze kamer was dikke prima (met een fijne airco) en met een zwembad en restaurant erbij was het helemaal top.

Nadat we in onze kamer even waren bijgekomen trokken we de zwemkleding aan en verplaatsten we ons naar het zwembad, waar we nog even konden chillen. ‘s Avonds gingen we uit eten bij het restaurant dat bij het Agriturismo zat, waar we uitbundig hebben genoten van lekkere wijn, antipasto en pasta’s.

Dag 3: Orvieto

Na een lekker ontbijt en meerdere cappuccino’s was het tijd voor de eerste toeristische bezigheid van de vakantie: Orvieto. Onderweg naar onze agriturismo in Narni reden we al langs dit fantastische stadje. Orvieto is gebouwd op een plateau van vulkanisch tufsteen en steekt daardoor flink boven haar omgeving uit, met een prachtig uitzicht over het idyllische Italiaanse landschap.

We parkeerden onze auto onderaan de stad en konden met een trammetje naar boven toe. Daar hebben we het eerste halfuur van het uitzicht zitten genieten, waarna we richting het centrum liepen. Orvieto is niet supergroot, dus we konden te voet prima alles bekijken. Uiteindelijk kwamen we bij een restaurant uit in een schattig straatje waar we lekkere pasta’s hebben gegeten met een top wijntje (de Orvieto Classico natuurlijk!). We besloten nog wat verder rond te struinen door de stad, totdat donkere regenwolken ons kwamen vergezellen. Helaas was het met de regen ook geen weer om aan het zwembad te liggen, maar wat bijslapen vond ik ook geen slecht idee. ‘s Avonds gingen we weer lekker uit eten en wijnen bij de agriturismo.

Dag 4: Marmore watervallen

Tijd om de wandelschoenen aan te trekken! Iedere keer wanneer ik ging googelen op wat er allemaal in Umbrië te zien was kwamen ze voorbij: de Marmore watervallen (oftewel: Cascata delle Marmore). Een echte must-see dus. En hoewel ik genoten heb van het uitzicht (én de verkoeling van het water), was het wel echt een giga toeristische trekpleister.

We parkeerden de auto op een grote parkeerplaats, stonden ruim een half uur in de rij voor entreekaartjes en konden daarna met de ‘tocht’ naar boven beginnen. De heenweg liepen we tussen hordes toeristen over steile trappen richting het hoogtepunt van de waterval, waar we kort van het uitzicht hebben genoten en daarna wat hebben gedronken. Gelukkig vonden we een minder toeristische route naar beneden toe en kwamen we een aantal kilometer later weer bij de auto uit. Wat voor mij het hoogtepunt van de dag was waren de prachtige uitzichten die we tijdens de terugrit tegenkwamen: velden vol zonnebloemen en hooibalen.

‘s Avonds besloten we een keer niet uit eten te gaan bij de agriturismo, maar Narni te verkennen. Daar was tegelijkertijd een middeleeuws festival aan de gang waardoor het moeilijk was om een plekje te vinden. Uiteindelijk zijn we bij een pizzeria beland waar we goed van onze eerste pizza hebben genoten.

Dag 5: Narni

We waren inmiddels al een keer ‘s avonds in Narni geweest, maar moesten dit middeleeuwse dorpje uiteraard nog even met daglicht bewonderen. Narni ligt precies middenin Italië en is daarmee het geografische centrum van het land. En mocht je het je afvragen: Já, Narni is de inspiratie geweest voor de benaming van het rijk in de boekenserie The Chronicles of Narnia. Niet omdat de schrijver daar ooit is geweest, maar puur doordat hij de benaming van het stadje ooit had gelezen.

Narni is – net als veel dorpen en steden in Umbrië – middeleeuws én gebouwd op een heuvel. We besloten maar zo een kant op te lopen en hebben heerlijk door de oude straatjes gestruind. Na een korte omweg – aangezien Jelmer graag in de brandende zon een kasteel wilde zien bovenop een berg – besloten we het stadscentrum in te gaan en te lunchen. Daarna was het tijd om weer een fijne duik in het zwembad te nemen en verder te gaan in m’n boek!

Dag 6: Spoleto

Helaas moesten we onze fijne agriturismo alweer verlaten en was het tijd voor bestemming nummer 3: Montefalco. Maar eerst brachten we een bezoek aan Spoleto, aangezien deze perfect op onze route lag. De auto konden we in een parkeergarage kwijt en vanaf daar konden we met roltrappen de stad in. Hoe de constructie precies in elkaar zat weet ik niet, maar ze hadden een soort ‘metrostelsel’ van roltrappen en liften. Dat was ook echt wel nodig, want de hoe verder je de stad in wilde, hoe hoger het werd.

Grotendeels van het stadje was niet mega indrukwekkend, tot we op een gegeven moment naar links keken en daar de Duomo stond te schitteren in de zon. Die moesten we natuurlijk ook vanbinnen bekijken, waarna we onze tocht zijn vervolgt richting het kasteel en Ponte delle Torri. Dat laatste is een gigantisch aquaduct van 200 meter lang en 80 meter hoog: erg indrukwekkend om te zien.

We aten pizza’s, dronken een wijntje en vervolgden onze tocht naar Montefalco. Het hotel was ietwat vervallen, maar dat werd dubbel en dwars goedgemaakt door de gastvrijheid van de eigenaar én de bizar grote kamer die we kregen. In de avond gingen we uit eten bij een klein tentje in de stad, waarna we vroeg naar bed gingen aangezien er een flinke wandeltocht gepland stond voor de volgende dag!

Dag 7: Norcia, Castelluccio & Monte Sibillini

Dit was de leukste dag vond ik! Deze dag gingen we namelijk een wandeltocht maken in natuurgebied Monte Sibillini. We stonden lekker vroeg op, trokken onze sportkleding aan en vertrokken richting Norcia. Dit stadje staat bekend als de stad van het vlees, maar staat sinds de aardbeving van oktober 2016 grotendeels in de steigers. Norcia en Castelluccio (bestemming 2 van de dag) waren het middelpunt van de aardbeving en zijn beide extreem zwaar getroffen. Dit resulteerde dan ook in een flinke afname van toerisme en het was totaal geen bruisende stad meer. Jelmer kocht in een winkeltje wat salamiworsten en daarna zijn we doorgereden naar Castelluccio.

Ongeveer een halfuur later waren we in Castelluccio. Dit dorpje ligt midden in het nationale park Monte Sibillini en vlak naast de Piano Grande (letterlijk vertaald: de grote vlakte). De Piano Grande staat doorgaans helemaal vol met kleurrijke bloemen (Google het maar eens!), maar door de droogte was dat eerder voorbij dan normaal. Desalniettemin was het adembenemend mooi. Ik heb oprecht nog nooit zo’n prachtig stukje natuur gezien en ik ben er nog steeds van onder de indruk als ik de foto’s terugzie.

Eenmaal in het dorpje besloten we eerst een pasta te scoren, voordat we aan onze wandeltocht begonnen. Het was een route van 8,5 kilometer, waarbij we eerst een flinke klim maakten en de Monte Veletta opgingen. Daarna liepen we deels door bossen en maakten we een flinke omweg omdat iemand moeite had met de route volgen (ik zal niemand bij naam noemen, maar ik was het niet 😉 ). Terug op het juiste pad kwamen we schaapherders tegen met meerdere honden, erg tof om te zien! Via de achterzijde van de berg liepen we rustig weer terug naar Castelluccio.

We moesten nog ruim anderhalf uur terugrijden en met knorrende magen besloten we maar naar de McDonald’s te gaan. Doordat we niet meer uit eten hoefden konden we ‘s avonds heerlijk een filmpje in bed kijken, wat wel prettig was na onze actieve dag!


Lees ook:


Dag 8: Wijnproeverij

Wie in Umbrië de wijnkaart opent zal bij de rode wijnen vooral veel ‘Montefalco’ zien staan. Dit dorpje is de thuisbasis van de Sagrantino druif, waar de bekende Montefalco Sagrantino DOCG wijn van gemaakt wordt. Onze voornaamste reden om dit dorpje te bezoeken was dan ook vooral om deze wijntjes te proeven (en er een aantal mee naar huis te nemen).

Na een lekker ontbijtje vertrokken we richting Cantina Colle Mora voor de wijnproeverij. Daar vertelde de eigenaresse ons van alles over haar wijnen en liet ze ons ook zien hoe het gemaakt werd. Uiteraard mocht er ook geproefd worden, daarvoor waren we natuurlijk gekomen! We begonnen met witte Spoleto wijn, gevolgd door een rosé. Alle wijnen zaten bomvol met alcohol (rond de 14%), dus het was maar goed dat we er wat kaas en brood bij kregen. Na de rosé kwam een biologische wijn, gevolgd door de Montefalco Rosso en als afsluiter hebben we ook de bekende Montefalco Sagrantino geproefd. Uiteraard besloten we een kleine voorraad in te slaan en gingen we uiteindelijk met 8 flessen terug naar het hotel.

We liepen nog even Montefalco in voor een lekkere lunch en hebben de rest van de middag aan ons (zo goed als privé) zwembad gechild. ‘s Avonds keerden we weer terug naar Montefalco, waar op het plein een gigantisch middeleeuws diner werd nagemaakt. Iedereen was verkleed en er stond een grote houten opstelling klaar met tafels en banken. Wat er precies gaande was weten we nog steeds niet, maar het was erg fascinerend om te zien! Na een lekkere pizza met een Montefalco wijntje liepen we terug naar het hotel.

Dag 9: Bevagna & Spello

En toen was het alweer tijd voor bestemming 4: Assisi. Eigenlijk stonden Trevi en Spello op de planning, maar aangezien ze choreografisch niet allemaal even fijn op de route lagen hebben we er Bevagna en Spello van gemaakt. Stiekem toch wel jammer, aangezien Trevi bekend stond om haar olijfolie, maar soms moet je keuzes maken.

Bevagna was nog geen 10 minuten rijden en ook het stadje zelf had niet veel van onze tijd nodig. We parkeerden de auto, liepen een rondje, aten een ijsje en konden vervolgens door naar Spello. Ook daar was het toeristisch centrum niet mega groot, maar was al wel direct een stuk toeristische. Spello staat bekend als bloemenstad en dat zag je overal terug, wat resulteerde in superschattige straatjes. In Italië zijn ze sowieso wat meer gewend om letterlijk de bloemetjes (en planten) buiten te zetten, iets waar we in Nederland nog veel van kunnen leren als je het mij vraagt. Zou onze saaie straten veel goeds doen. 🙂

We reden door naar ons hotel in Assisi (Hotel Bellavista), waar we vanwege het weer helaas niet direct het zwembad in konden. Stiekem waren we ook al best moe en na een dutje gingen we lekker uit eten in het restaurant bij het hotel (wat echt mega lekker was!).

Dag 10: Assisi

Ons hotel lag ongeveer 3 kilometer van Assisi af, maar vanwege het hoogte verschil (én de afstand die we daar nog moesten lopen) hebben we de auto maar gepakt. Assisi was ongetwijfeld is ongetwijfeld een van de mooiste steden in Umbrië en staat vol met prachtige kathedralen, kerken en andere bouwwerken. De schattige middeleeuwse straatjes gingen alle kanten op en met de vele trappen pakten we ook aardig wat hoogtemeters mee. Zoals je ziet hadden we er prachtig weer bij, wat van de wandelsituatie een flinke zweetsessie maakte. Zeker toen Jelmer nog naar de top van Rocca Minore (een oude vesting) wilde. Vanaf daar liepen we bergafwaarts richting de Sint-Franciscusbasiliek. Deze is vernoemd naar – je raad het al – de heilige Sint Franciscus, iets waar in de hele stad veel aandacht aan wordt gegeven.

We liepen de basiliek door en besloten daarna ergens te lunchen en richting het hotel te gaan. Daar hebben we hele middag lekker aan het zwembad gelegen en ‘s avonds weer fijn bij het hotel gedineerd.

Dag 11: Chilldagje

Na 10 dagen vond ik het toch echt wel tijd voor een dag helemaal niks, en hoewel Jelmer dat niks doen dus helemaal niks vind, zijn we de dag prima doorgekomen al zeg ik het zelf. Terwijl Jelmer baantjes trok in het zwembad kon ik fijn meters maken in mijn boek. Aan het einde van de middag kwamen de wolken ons vergezellen, wat ook wel weer fijn was aangezien het daardoor eindelijk wat minder warm was.

‘S avonds gingen we voor de derde keer op rij uit eten bij het hotel omdat het nou eenmaal super lekker was. En dat vonden meer mensen, constant kwamen er weer auto’s aan om stapels pizzadozen af te halen. We dronken een lekker wijntje en sloten daarmee de laatste avond in dit hotel af.

Dag 12: Perugia

Auto weer volgeladen en op naar Peruga! De hoofdstad van Umbrië viel to be honest nogal tegen, zéker na al die schattige Middeleeuwse dorpjes en steden gezien te hebben. Maar we hebben ons er zeker wel een paar uurtjes vermaakt. Na wat sightseeing en een lekkere pasta vertrokken we richting het Trasimeno meer. Daar hadden we een kamer gehuurd in een schattige B&B (Casa di Vania, aanrader!), welke nog geen 50 meter van het meer af zat. De host liet ons de kamer zien en – na een filmpje en dutje – gingen we lekker uit eten bij een pizzeria in de buurt. De zon was gelukkig nog net niet onder toen we uit eten gingen, waardoor we konden genieten van de prachtige zonsondergang bij het meer.

Dag 13: Lago Trasimeno

Eigenlijk wilden we met scooters of fietsen het meer rond, maar daarvoor waren we eigenlijk net te laat aan onze dag begonnen. We besloten met de auto een rondje te maken (wat achteraf een uiterst goed idee was want het begon onderweg keihard te regenen). De eerste stop was Passignano sul Trasimeno, een leuke stad aan de noordkant van Lago Trasimeno. We liepen er wat rond en konden al meteen merken dat hier veel meer Nederlanders waren dan in de rest van Umbrië. Niet zo gek ook natuurlijk, er heerst een fijn sfeertje rondom het meer en de temperatuur is een stuk aangenamer.

We hadden nog gekeken of we eventueel met een veerboot naar één van de eilanden konden, maar ook daar was simpelweg niet genoeg tijd voor. Na een korte lunch reden we door naar de andere kant van het meer: Castiglione del Lago. Eenmaal daar begon het keihard te regenen, dus besloten we maar even in de auto te wachten tot het enigszins droog was. In het stadje kochten we een fles olijfolie voor thuis en daarna reden we weer terug naar onze B&B.

En toen was het alweer de laatste avond in Italië :(. We gingen weer naar dezelfde pizzeria en hebben onze vakantie in Italië goed afgesloten met een pizza en een flesje Monteflaco Rosso: perfect als je het mij vraagt. Helaas zijn we ondertussen flink lek geprikt door alle muggen, ik denk dat we allebei wel bijna 100 keer gestoken zijn.

Dag 14 & 15 Terug naar huis!

Met ongeveer 70 muggenbulten per persoon was de terugreis één groot krab festein. Iedere keer raakte ik wel weer per ongeluk iets aan begon het op een andere plek weer te jeuken. We reden dit keer op een woensdag terug naar huis en konden dan ook zonder file lekker doorrijden. In no-time waren we terug in Zirl, waar we – na het uitladen van de spullen – direct een fijn rondje zijn gaan hardlopen. Daarna hadden we wel een schnitzel verdiend natuurlijk en konden we direct plaatsnemen in het restaurant bij het hotel. Ook de volgende dag konden we fijn doorrijden en rond 5 uur ‘s middags waren we weer fijn thuis.

Heerlijke vakantie in Italië

Aan iedereen wie gek is op Toscane kan ik Umbrië zeker aanbevelen. Het is er allemaal net wat rustiger en gemoedelijker. Je zult nergens giga veel toeristen tegenkomen en alles is wat ‘echter’ naar mijn idee. Het enige nadeel is dat je er de kust mist, maar ook dat valt prima op te lossen met een bezoekje aan Lago Trasimeno. Ik ben in ieder geval blij verrast door deze streek in Italië!

Ben jij al eens in Umbrië op vakantie geweest? Of ben je een reis aan het plannen? Laat het me weten in de comments!

Mocht je je graag willen inlezen dan kan ik je de ANWB Extra reisgids van Umbrië aanraden!


Neem een kijkje tussen mijn laatste blogs!


Orvieto, Umbrië, Italië
Narni, Umbrië
Reisverslag Umbrië


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *